Specifieke medicijnen voor AD(H)D zijn zogenaamde stimulantia en Strattera. In sommige gevallen worden ook tricyclische antidepressiva voorgeschreven. Bij comorbide stoornissen worden eveneens antidepressiva of (in lichte dosering) antipsychotica gebruikt.
Het langst wordt het stimulantium methylfenidaat gebruikt en is in twee vormen beschikbaar: een kortwerkende- en een langwerkende variant. De kortwerkende variant is te verkrijgen als tablet onder de merknaam Rilatine of onder de generieke naam methylfenidaat hydrochloride. De langwerkende variant is te verkrijgen van diverse fabrikanten. Een alternatief voor dit methylfenidaat is dexamfetamine. Dit medicijn is sinds april 2005 beschikbaar dat een andere werkzame stof (atomoxetine) bezit, namelijk Strattera.
Naast de conventionele behandelingen met behulp van medicatie zijn er intussen een heleboel niet-medicinale behandelingen bijgekomen. Bepaalde daarvan zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Gedragstherapie is overigens geen behandeling die de eerste keuze is voor het behandelen van kinderen met ongecompliceerde ADHD. Kinderen met ADHD vragen om een specifieke pedagogische benadering. Een aantal handvatten hierbij zouden kunnen zijn: het aanbrengen van structuur in de dag en de tijd door gebruik te maken van dagritmekaarten en een tweetal klokken. De eerste klok geeft de normale tijd aan en de tweede klok wordt op de tijd gezet waarop een activiteit begint of juist eindigt.
Regelmaat is ook van groot belang voor kinderen met ADHD evenals een goede voorbereiding op komende veranderingen. Verder kan men deze kinderen aanleren om eerst te stoppen, dan te denken en vervolgens te handelen. Energie kan men laten wegvloeien door het inplannen van zogenaamde ontladingsmomenten.