Tag foutmelding <txp:rvm_related_articles limit="5" wraptag="ul" break="li" label="Bekijk ook eens" labeltag="p"
section_exclude='<txp:section title="0" />'/> ->  Textpattern Error: Unknown column 'NULLDATETIME' in 'where clause' while_parsing_page_form: default, geen
Tag foutmelding <txp:/> ->  Textpattern Warning: Deze tag bestaat niet while_parsing_page_form: default, geen
Onderverdeling BMI
De BMI stamt van oorsprong uit de divergentiestelling en is van origine opgezet om statistieken over groepen mensen te kunnen verkrijgen en dus niet, zoals vandaag de dag gebeurt om ermee eventueel over- of ondergewicht van individuele personen mee te kunnen bepalen. De exacte waarden van de BMI om een individu in een categorie in te delen variƫren. De BMI doet namelijk geen uitspraak over het vetpercentage in het lichaam van deze persoon. Mensen die zwaar gespierd zijn kunnen dus in verhouding tot hun lengte een hoog gewicht hebben, maar worden in de regel niet als te zwaar gezien.

Het speciale van de BMI is dat deze voor zowel mannen als vrouwen nagenoeg hetzelfde uitvalt. Verder is de BMI redelijk leeftijdsonafhankelijk wat maakt dat het mogelijk is om voor alle volwassenen een gelijke richtlijn te gebruiken. De waardes van een BMI-berekening kan men in een zestal categorieƫn onderverdelen te weten: de groep die een score heeft die lager ligt dan 18,5 en die te maken heeft met ondergewicht en kan er zelfs sprake zijn van een ondervoeding. Een BMI-score van 18,5 tot 25 wordt daarentegen als gezond beschouwd. Overschrijdt men echter de grens van 25 maar blijft men beneden de 27 dan heeft men een licht overgewicht. Tussen de 27 en de 30 is er echter sprake van een matig overgewicht en boven de 30 wordt dit overgewicht zelfs ernstig genoemd. Zodra de grens van 40 wordt bereikt heeft men zelfs te kampen met een ziekelijk overgewicht. In een aantal gevallen wordt zelfs de term superobesitas gebruikt voor mensen die een BMI hebben die meer dan 50 bedraagt. *

Bovenstaande* onderverdeling geldt enkel voor volwassenen, voor kinderen van ongeveer 6 tot 16 jaar dient men een andere onderverdeling aan te houden welke niet alleen rekening houdt met het geslacht van het kind maar ook met de lengte en de leeftijd. De aangepaste grenswaarden moeten worden gebruikt omdat gedurende de groeifase (tot en met een leeftijd van ongeveer 21 jaar) de hoeveelheid vetweefsel verandert. Bovenal hebben meisjes gemiddeld een wat hogere BMI dan jongens die een gelijke leeftijd, lengte en gewicht hebben.