Het vetpercentage kan de gezondheid van een persoon aanzienlijk beïnvloeden, zowel in positieve als in negatieve zin. Een te laag vetpercentage kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat men te weinig hormonen aan gaat maken en daardoor minder vruchtbaar wordt. Een te hoog vetpercentage brengt daarentegen weer andere gezondheidsrisico’s met zich mee zoals onder andere een vergrote kans op het ontwikkelen van diabetes of van hart- en vaatziekten.
Naast allerlei gezondheidsrisico’s kan een afwijkend vetpercentage van invloed zijn op bijvoorbeeld de prestaties die bepaalde sporters kunnen leveren. Afhankelijk van de sport die men beoefent is het dan ook goed te weten hoe hoog het vetpercentage optimaal dient te zijn. Voor een turner zal een lager percentage optimaal zijn vanwege de soepelheid en de lenigheid van het lichaam terwijl een duursporter wel een wat hoger vetpercentage mag hebben. Toch mag dit in geen geval erg hoog zijn omdat dit de kracht die men kan leveren zeker niet ten goede zal komen. Immers daar waar vet op ligt geslagen kunnen zich geen spieren ontwikkelen en kan men dus minder krachtig uitoefenen.
Om erachter te komen wat het vetpercentage van een bepaald persoon is kan men een zogenaamde huidplooimeting uit laten voeren. Hiermee wordt een tamelijk nauwkeurige schatting gemaakt van het percentage vet in het betreffende lichaam. Een andere methode, weliswaar een wat minder betrouwbare, is de elektronische weegschaal die uit is gerust met een vetmeter. Deze weegschaal maakt aan de hand van het gemeten lichaamsgewicht, de leeftijd, het geslacht en de lengte van het individu een schatting van het vetpercentage zonder rekening te houden met aanwezige spier- en botmassa..Een dergelijke methode is met name voor sporters niet nauwkeurig genoeg maar kan voor afvallers wellicht een handreiking zijn. Daarom worden er steeds meer van deze elektronische weegschalen verkocht.