Een besmetting met luizen zoals de hoofdluis wordt door een heleboel mensen als een waar taboe beschouwd. In de praktijk kan echter elk mens met de luis besmet worden en heeft dit helemaal niets met een minder hygiënische of armoedige manier van leven te maken. De hoofdluis voelt zich zelfs beter thuis in schoon en gewassen haar dan in niet gewassen, vuil en vettig haar. Hoewel hoofdluizen geen ziektes over kunnen brengen, zijn deze soms wel in staat om secundaire infecties te veroorzaken, bijvoorbeeld op het moment dat de beetwondjes gaan ontsteken. De kans daarop wordt sterk vergroot wanneer aan de wondjes gekrabd wordt. Als men blijft krabben, kan zogeheten wild vlees op de hoofdhuid ontstaan, wat kan leiden tot een zogenaamde Poolse vlecht. Verder kan de schimmel Achorion schönleini worden overgebracht, welke hoofdpijn veroorzaakt.
Aangezien besmetting met name plaatsvindt op (basis)scholen, richten de preventietips zich eveneens op de situaties welke daar van toepassing zijn. Zo wordt bijvoorbeeld het regelmatig wassen van de verkleedkleren op een school aanbevolen (dit dient te gebeuren op 60 graden Celsius) en wordt het juist niet aangeraden om onderling kleding, jassen of petjes uit te wisselen. Er zijn speciale luizenkappen of –zakken te verkrijgen waarin de jassen gehangen worden, zodat de luizen zich niet langs de, aan de kapstok hangende, jassen kunnen verspreiden. Eveneens zal het niet gebruiken van een ander zijn of haar kam of borstel verspreiding helpen voorkomen, net zoals het vermijden van het gemeenschappelijk gebruiken van mutsen, dassen en andere kledingstukken. Scholen zijn echter niet per se de besmettingsbron, eveneens op kantoor, bij de sportclub of onder andere omstandigheden kan er een besmetting plaatsvinden. Het voorkomen van een besmetting van de hoofdluis kan niet echt, aangezien de hoofdluis zich op onverwachte plaatsen kan bevinden.