Deze winderigheid van zwangere vrouwen is hormonaal bepaald. Het zwangerschapshormoon progesteron heeft namelijk een ontspannende werking op de spieren van het spijsverteringsstelsel van de zwangere vrouw. Dit kan een ophoping van gassen in de darmen tot gevolg hebben met winderigheid als resultaat.
Door de darmen welke zich op hebben geblazen door de gasvorming kan een zwangere vrouw zich al behoorlijk dik gaan voelen. Kleding kan daardoor gaan knellen en de vrouw voelt zich wellicht ook niet lekker door deze winderigheid eventueel in combinatie met verstopping. Het is echter wel van belang dat de vrouw toch regelmatig blijft eten. Vezels zijn van belang voor een goede stoelgang. Het ongeboren kind heeft overigens nergens last van. Dit ervaart het geborrel en gerommel van de darmen van de aanstaande moeder juist als een muziekje waardoor het rustig wordt.
Naarmate de zwangerschap vordert, en het ongeboren kind, de placenta, het vruchtwater en de baarmoeder dus in omvang toeneemt, wordt er alsmaar meer druk uitgeoefend op de darmen. Als er zich dan ook nog veel darmgas in de darmen van de aanstaande moeder bevindt kan zij last gaan krijgen van een opgeblazen gevoel en van krampen in haar buik. Deze krampen kunnen in bepaalde gevallen voor verwarring zorgen omdat de vrouw zou kunnen denken dat de weeën zijn begonnen en dat de baring van haar kind snel op gang zal komen.
Op het ogenblik dat een zwangere vrouw last heeft van winderigheid hoeft zij zich echter geen zorgen te maken. Winderigheid is, ook tijdens een zwangerschap, een fenomeen dat heel natuurlijk is en niet schadelijk is voor de gezondheid van moeder of kind. Wel kan winderigheid lastig zijn, vooral wanneer men er last van heeft tijdens medische onderzoeken.