Waarschijnlijk is het een combinatie van feiten. Kinderen zijn actief en nog in de groei, hun spieren en spijsverteringssysteem werken de hele dag. Daarnaast gaan de kinderen de hele dag in- en uit het water, hun lichaam is op de temperatuurverschillen ingesteld. Een kind op vakantie eet snel een boterham en gaat weer weg zodra het toestemming heeft. Het kind wandelt niet naar het water, maar huppelt of rent. Het zet de verbranding meteen weer op een hogere stand. Volwassenen zitten of liggen meer, nemen tussendoor een duik in het water maar doen dit niet constant. Zij nemen de tijd om uitgebreid te eten en wandelen vervolgens op hun gemak naar het water. De verbranding begint pas als zij gaan zwemmen.
Hierdoor kan een onaangenaam gevoel ontstaan bij het zwemmen als gevolg van de volle maag. Afhankelijk van wat je hebt gegeten- en hoeveel, heeft je lichaam energie nodig om dit te verwerken. Het malen van je maag, de werking van je*darmen* en de extra energie kunnen ervoor zorgen dat je jezelf niet goed gaat voelen. Sommige mensen worden misselijk in het water. Op hele hete dagen bestaat een risico op flauwvallen door het plotselinge temperatuurverschil. Als je licht eet, en voor je in het water duikt eerst je voeten, polsen en hals nat maakt is er meestal niets aan de hand. Ga je in zee of in een meer zwemmen loop dan tot aan je middel in het water, maak je bovenlichaam nat en zwem dan weg. Zo heeft je huid tijd om te wennen, en het is beter voor je hart.