Op het moment dat men een persoon aantreft die een hersenbloeding heeft gehad dan kan men doorgaans de volgende symptomen waarnemen. De mkond van de betreffende persoon zal scheef staan of er hangt één van de mondhoeken naar beneden. Verder kan er sprake zijn van verlammingsverschijnselen aan één of beide armen of benen. Daarnaast kan men moeite hebben met het uitspreken van woorden, men kan moeilijk uit zijn woorden komen of men gebruikt taal die niet te begrijpen of duidelijk te verstaan is.
Iemand die een hersenbloeding gehad heeft kan eveneens het bewustzijn hebben verloren, zich slaperig voelen of verward zijn. Maar ook duizeligheid en misselijkheid zijn symptomen die bij een hersenbloeding kunnen horen. Om zeker te weten of men te maken heeft met een persoon die een hersenbloeding heeft gehad kan men de zogenaamde FAST/test uitvoeren.
Op de eerste plaats vraagt men de betreffende persoon om de tanden te laten zien. Daarbij let men goed op de stand van de mond. Daarna wordt de persoon gevraagd om allebei de armen horizontaal naar voren te strekken met de handpalmen daarbij naar boven gericht terwijl men de ogen gesloten houdt. De arm mag hierbij niet wegzakken of op en neer bewegen. Door het slachtoffer een simpele zin na te laten zeggen kan men de spraak beoordelen op de duidelijkheid en de verstaanbaarheid maar eveneens of men goed uit zijn woorden kan komen. Men moet ook trachten te achterhalen hoe lang de klachten zich reeds voordoen. Wanneer één van de opdrachten niet goed uit kan worden gevoerd dan is snel medische hulp inschakelen van *belang.
Hoe* eerder er immers de juiste medische hulp kan worden geboden aan iemand met een hersenbloeding, hoe beperkter de schade aan de hersenen voor de betreffende persoon zal zijn.