De meeste antispsychotica tasten de emoties van de schizofrenie patiënten aan. De arts moet de juiste dosering vinden om de aanvallen van psychoses zo veel mogelijk te voorkomen en de bijverschijnselen van de medicatie op een juiste balans te brengen. Bij een te lage dosis blijven angstgevoelens, woedeaanvallen, waanideeën en dergelijke bestaan, bij een te hoge dosis wordt de schizofreen totaal onverschillig waardoor geen enkel gevoel hem of haar nog aanspreekt. Vooral dit laatste heeft een grote nadelige invloed op de naaste omgeving, vooral als de schizofreen kinderen heeft is een goed gedoseerde behandeling belangrijk. Van de omgeving wordt vooral veel begrip en geduld gevraagd omdat het vinden van de juiste dosering soms maanden kan duren.
Vooral in een gezin met kinderen kan het aan te raden zijn om een training te volgen waarbij je leert om met mensen om te gaan die schizofrenie hebben. Kinderen leren hier tevens van derden dat schizofrenie een ziekte is waarbij het gedrag wat vertoond wordt niet persoonlijk tegen hen gericht is. Ook de schizofreen krijgt therapie en trainingen naast de medicatie. Hierbij wordt geleerd om het gedrag en het denken te veranderen, sociale vaardigheden zodat men beter kan omgaan met anderen en dergelijke. Door de gedragstherapie en de trainingen kunnen schizofreens beter gevolgd en ondersteunt worden als dit nodig is. Door de trainingen van de familieleden en de schizofreen leer je samen hoe je de kwaliteit van leven kunt verbeteren. Bij goede begeleiding heeft niet alleen de schizofreen een vangnet voor moeilijke tijden maar ook de familieleden van de schizofreen.