Slijm ophoesten is nodig om de luchtwegen en de longen vrij te maken van stofdeeltjes zodat je beter kunt ademen. De stofdeeltjes bevinden zich in het slijm dat opgehoest wordt. Bij iemand die veel slijm ophoest voor een langere tijd, of die naast het ophoesten van slijm meerdere symptomen heeft wordt soms een slijm onderzoek gedaan. In het sputum kunnen bacteriën, ontstekingen maar ook kankercellen opgespoord worden. Bij slijmvlies aandoeningen kunnen medicijnen voorgeschreven worden die het ademhalen wat kunnen verlichten. Bij kanker is een behandeling afhankelijk van de ernst en de locatie van de kanker. Soms kan een gedeelte van de long verwijdert moeten worden, soms krijgen men bestralingen. Bij longaandoeningen ziet men naast het ophoesten van slijm ook vaak het schrapen van de keel.
Een overproductie aan slijm kan ook ontstaan door allergische aandoeningen. Mensen met bijvoorbeeld hooikoorts of kattenallergie kunnen het gevoel hebben dat het slijm niet weg gehoest kan worden. Men moet wel wat ophoesten maar heeft het gevoel dat in hetzelfde tempo opnieuw slijm ontstaat. Bij griep en verkoudheid kan vastzittend slijm ontstaan. Het ademhalen gaat moeilijk en het ophoesten van slijm kan pijn doen. Voor bijna alle oorzaken van slijm ophoesten bestaat medicatie om het probleem op te lossen. Duurt slijm ophoesten tijdens onbedaarlijke hoestbuien langer dan drie weken, of vind je veel bloed in het slijm neem dan contact op met je huisarts. Doe dit ook bij benauwdheid en pijn tijdens het ophoesten van slijm.