Een* dergelijke combinatie van bijverschijnselen (behalve dan de drang om te gaan bewegen) is eveneens bekend als een afzonderlijk omschreven stoornis; het syndroom van Horner. Dit syndroom is onder andere het gevolg van het inklemmen, het verstoren of het beschadigen van de Truncus vagosympathicus. Deze ganglionverbindende zenuwbanen aan beide zijden van een aantal halswervels zullen de sympathische werking van een aantal zenuwbanen beïnvloeden welke ontspringen vanuit het Ganglion cervicale superius. Deze zenuwbanen sturen ondermeer de vaatvernauwing aan van de arteriae carotides interna et externa, het ooglid, de traanklier, neusloop en het zweten van het corresponderend gedeelte van het hoofd.
Het verstoren, inklemmen of beschadigen van dit systeem heeft onder andere het syndroom van Horner tot gevolg en mogelijk ook vasodilatie van de arteriae carotides interna et externa als bijkomend verschijnsel. De combinatie van verschijnselen bij clusterhoofdpijn komt overeen met het eerder genoemde: er ontstaat een syndroom van Horner met de vasodilatie van de arteria carotis, hierdoor zal de hevige pijn ontstaat. Het is een erg lokaal en specifiek, tijdelijk falen van de sympathische werking binnen het systeem. Een tijdelijk verstoring door een ontsteking, inklemming of beschadiging binnen het systeem zouden de basis kunnen zijn aan de oorzaak van clusterhoofdpijn. Verder onderzoek zal echter meer duidelijkheid moeten brengen.
In een heleboel gevallen van clusterhoofdpijn kondigen aanvallen (of nieuwe clusterperiodes) zich aan door middel van zogenoemde prodromale verschijnselen (oftewel bepaalde waarschuwingssignalen). Dit kan in een aantal verschillende vormen zijn zoals ondermeer: een onrustig gevoel, prikkelbaarheid, het ontstaan van tranende ogen, een zwelling van de oogleden, het ervaren van tintelingen rond en in de neus, een op kiespijn lijkende pijn die men zal ervaren in de bovenkaak en een het ontstaan van een versnelde hartslag.