Het vermogen van stroom wordt zo in verschillende termen uitgedrukt. Het meest bekend is het watt omdat we dat het vaakst gebruiken. Slechts af en toe wordt buiten bepaalde werkterreinen nog de term ampère gebruikt, in het vakjargon wordt dit ook wel het blinde vermogen genoemd. Het zuivere woord vermogen wordt nog wel gebruikt bij bijvoorbeeld generatoren om de hoeveel stroom die de generator kan genereren aan te geven. Het berekenen van het vermogen vinden veel mensen moeilijk. Daarom denkt men ook vaak dat bezuinigen op stroom moeilijk- of zelfs onmogelijk *is.
Dit* is niet helemaal waar. Je kunt vergelijkingen maken waarbij je wel degelijk met voldoende vermogen toch kunt besparen. Bovendien worden we hiermee geholpen door het label systeem. Om te bezuinigen moet het vermogen gelijk blijven terwijl het wattage verlaagd wordt. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld de spaarlampen waarbij het watt laag is en het vermogen gelijk, maar ook de wasmachine en de koelkast met het A label. Je verbruikt minder watt maar het vermogen blijft gelijk. Wel geeft het vermogen met name bij de wasmachine ook de kracht aan bij bijvoorbeeld het centrifugeren van de was. Dit is het actief vermogen van de wasmachine, dit actief vermogen kan verschillen per machine of apparaat. Bij achthonderd vermogen komt de was nog behoorlijk nat uit de wasmachine terwijl de was bij een vermogen van twaalfhonderd bijna droog zal zijn. Hetzelfde actief vermogen vindt je terug bij bijvoorbeeld stofzuigers. Op een vinyl vloer heb je voldoende aan een laag vermogen terwijl je bij hoogpolige vloerbedekking een hoog vermogen nodig hebt.