Je moet een rookdetector hangen op een plaats waar rook het snelst opgemerkt wordt. Op de benedenverdieping is dit de gang of de hal, op de bovenverdieping in de omgeving van de trap. De reden hiervoor is dat alle deuren in deze ruimte uitkomen. De rookdetector boven heeft bij de trap vooral ook een back up functie. Zou je onverhoopt de rookdetector beneden niet af horen gaan of zou deze niet meer werken dan is de trap de plaats waar rook het eerst wordt ontdekt omdat deze naar boven trekt en vandaar uit verder verspreid. Vanwege het optrekkend gedrag van rook kan men een rookdetector het beste aan het plafond hangen. Zorg dat de rookdetector vrij hangt, dat wil zeggen niet langs een muur of ventilatiekanaal omdat deze een negatieve invloed op de werking van de rookdetector kunnen hebben.
Belangrijk bij een rookdetector is goed onderhoud. De sensor van de rookdetector is naast de batterijen het vitaalste onderdeel van een rookdetector. Deze sensor moet altijd schoon zijn zodat rook ook opgemerkt kan worden door de rookdetector. Maak tijdens schoonmaakbeurten ook de rookdetector aan de buitenzijde goed schoon. Aan de binnenzijde van de rookdetector mag men niet schoonmaken. Ook stof en spinnenrag belemmeren de werking van de rookdetector. De batterijen zijn aan vervanging toe als de rookdetector zonder reden met tussenpozen een signaal afgeeft. Het van kleur verspringen van het lichtje in de sensor geeft dit vaak vooraf al aan. Bij volle batterijen en geen rook is het sensorlampje van de rookdetector lichtgroen, een knipperlicht reactie oranje-groen ontstaat bij het leeg raken van de batterijen. Vervang de batterijen liefst hier al. Het is al heel vervelend als de batterijen leeg raken in de nacht maar zeker zo vervelend als zij niet meer werken en er breekt brand uit in huis. Rookdetectors zijn tamelijk goedkoop in aanschaf, de batterijen gaan een behoorlijk lange tijd mee. Voor de veiligheid in huis is de aankoop zeker aan te raden als je het meest geliefde en onbetaalbare bezit wilt beschermen.