Nadat de zonnepanelen, of de zonnecollector, het licht of de warmte van de zon hebben gebruikt om het medium dat in de warmtewisselaar aanwezig te verwarmen dan zal deze het mogelijk maken om het zwemwater snel van warmte te kunnen voorzien tot er een aangename temperatuur is bereikt.
In de warmtewisselaar komen vervolgens twee mediums samen, te weten het te verwarmen zwembadwater en het water dat reeds is warm is gemaakt door de zonnecollector. Er vindt in een warmtewisselaar van een zwembad een tegenstroom plaats van twee trajecten: het zwemwater dat men nog dient te gaan verwarmen en het water dat reeds op is gewarmd. Allebei deze trajecten zijn van elkaar gescheiden door middel van een dunne scheidingswand. Het warme water geeft haar warmte door een dergelijke scheidingswand af aan het zwembadwater om daarna te terug te worden gevoerd naar de zonnecollector. Het zwemwater dat verwarmd is wordt ook terug in het zwembad gepompt.
Men kan een warmtewisselaar inzetten op het moment dat men het nodig acht. Men hoeft immers maar een relatief korte tijd te wachten voordat het zwemwater de juiste temperatuur heeft weten te bereiken. Zou men hiervoor een verwarmingsketel of elektriciteit hebben gebruikt dan zou men dit zeer zeker snel merken aan de hoogte van de energienota. Daarbij komt verder nog dat men met een gerust hard kan gaan zwemmen wanneer men een zonnecollector gebruikt, men belast hiermee namelijk niet het milieu.