De reden waarom bepaalde vrouwen de anticonceptie niet kunnen gebruiken zou in dit soort gevallen te veel risico met zich meebrengen. Vooral in het eerste jaar van gebruik is er een grotere kans op het ontstaan van een vorm van veneuze trombose (diep-veneuze trombose en longembolie) met in bepaalde gevallen een fatale afloop. Daarbij gaat het echter om geringe kansen. Voornamelijk gedurende de eerste maanden van het gebruik van de anticonceptiepil kan er soms worden gesproken van een niet regelmatig vaginaal bloedverlies. Maar ook van gevoelige of zelfs pijnlijke borsten en een afscheiding uit de borsten kunnen bijwerkingen van de pil zijn die men met name in het begin zal waarnemen. Klachten als hoofdpijn, migraine, verandering in het libido en een depressieve stemming zijn bekend als bijwerking. Daarnaast komt vaak een gevoel van misselijkheid en braken soms voor.
Minder vaak zal een vrouw die net met het gebruik van de anticonceptiepil is gebonnen te maken krijgen met veranderingen in de vaginale afscheiding en huidaandoeningen zoals huiduitslag. Bepaalde vrouwen merken een bepaalde vochtretentie op evenals een verandering in hun lichaamsgewicht. Niet regelmatig bloedverlies (zoals bijvoorbeeld spotting en doorbraakbloeding) behoren ook tot de klachten, met name bij een lagere dosis oestrogeen in de pil.
Voor vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken is de kans vergroot op het ontwikkelen van borstkanker: Nadat men echter gestopt is met het gebruik van de anticonceptiepil zal dit risico geleidelijk weer af gaan nemen.
Op het moment dat een vrouw voor de eerste keer een anticonceptiepil voor krijgt geschreven bestaat dan ook de kans dat zij minder goed hierop zal reageren. In overleg met de arts kan er dan besloten worden om de overstap te maken naar een pil die een wat andere samenstelling heeft. Soms duurt het enige tijd voordat de meest geschikt pil is gevonden.