Astma kan op iedere leeftijd ontstaan, al begint de ziekte bij een groot aantal patiënten reeds in hun kinderjaren. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat een zekere erfelijke aanleg een oorzaak is van astma. Op het ogenblik dat één van de beide ouders astmatisch of allergisch is dan is de kans vijftig procent dat hun kind eveneens aanleg heeft voor prikkelbare luchtwegen. Wanneer allebei de ouders astma of allergieën hebben dan is de kans dat zij dit aan hun kind door zullen geven meer dan zeventig procent. Een kind van ouders die niet lijden aan astma of geen allergische aanleg hebben loopt maar vijf tot tien procent kans om daar toch last van te *krijgen.
Wanneer* een kind met aanleg voor astma of allergieën van tijd tot tijd in contact komt met allergische prikkels (zogenaamde allergenen) zoals huisdieren of de huisstofmijt, dan kan zo;n kind (geleidelijk) een allergie gaan ontwikkelen. Een kind zal dus pas na een aantal jaren allergisch beginnen te reageren op bijvoorbeeld huisdieren of een andere prikkelende factor uit hun omgeving. Allergische klachten lopen dikwijls van persoon tot persoon en van allergie tot allergie uiteen. Zo komen onder andere niesbuien, gezwollen oogleden, jeukende ogen, een droge hoest en een verstopte neus voor.
Als astma niet voorkomt in een familie en dus niet erfelijk is, is er in bepaalde gevallen een andere oorzaak aan te wijzen voor de ziekte. Zo hebben te vroeg geboren kinderen evenals kinderen van wie de moeder tijdens de zwangerschap heeft gerookt vaker astma of last van allergieën dan kinderen waarvan de moeder niet rookte toen zij zwanger was. Een laag geboortegewicht kan eveneens bijdragen aan de ontwikkeling van astma. Het is onduidelijk of dat ook werkelijk een oorzaak van astma is, maar er lijkt wel enig verband te bestaan. Bepaalde personen hebben beroepsastma, het lang en vaak inademen van chemische stoffen zijn de veroorzakers.