Kinderen die woonachtig zijn in een stad, hebben evengoed een grotere kans op de ontwikkeling van astma, met name wanneer deze kinderen tot sociaal-economisch zwakkere bevolkingsgroepen behoren. Hoewel astma bij een hoger percentage negroïde dan blanke kinderen voorkomt, is de rol welke door het ras bepaalde, genetische factoren spelen omstreden bij de toename van astma. Kinderen welke op jonge leeftijd bloot worden gesteld aan grote hoeveelheden allergenen, zoals uitwerpselen van kakkerlakken of huisstofmijten, hebben een grotere kans op de ontwikkeling van astma. Eveneens kinderen welke op jonge leeftijd bronchiolitis krijgen, hebben dikwijls een piepende manier van ademhalen bij virusinfecties die later in hun leven optreden. Deze piepende ademhaling kan aanvankelijke als astma geïnterpreteerd worden, men heeft geen verhoogd risico op astma tijdens adolescentie.
Actief roken is een voorname risicofactor voor het ontstaan van astma bij jongeren en volwassenen. Roken versterkt eveneens overige allergische ontstekingen aan de luchtwegen. Dat is gebleken uit wetenschappelijk onderzoek.
Astma is een chronische ontsteking van de luchtwegen welke samen gaat met een verhoogde gevoeligheid van deze luchtwegen voor diverse prikkels en omkeerbare obstructies van de luchtwegen. Over heel de wereld lijden 300 miljoen personen aan astma en dit aantal neemt nog altijd verder toe, met name onder kinderen. De symptomen van astma bestaan uit terugkerende periodes van hoesten, piepend ademhalen kortademigheid en een beklemmend gevoel op de borst.
De risicofactoren voor astma kunnen op worden gedeeld in gastheerfactoren (zoals erfelijke aanleg en genetische voorbeschiktheid) en omgevingsfactoren. Omgevingsfactoren lokken het ontstaan van astma uit, wat de typische astma-aanvallen tot gevolg kan hebben. Daartoe behoren de blootstelling aan allergenen (stoffen die zowel binnen- als buitenshuis voorkomen waardoor een lichaam allergisch kan reageren) maar eveneens tabaksrook en luchtvervuiling.