Voor therapeutische behandeling wordt gekozen voor psychische interventies. De rituelen van de patiënt met dwangneurose moeten doorbroken worden terwijl de angst dat er iets zal gebeuren als deze rituelen niet gevolgd worden, zal worden doorbroken. De therapie wordt meestal in groepsverband gegeven met andere dwangneurose patiënten met dezelfde vorm. Naast de begeleide therapie moet de patiënt ook thuis de opdrachten uitvoeren. Tevens wordt ook voor thuis telkens de lat verlegd. Het doorbreken van de rituelen wordt stap voor stap gedaan zodat er tijd is voor acceptatie en verwerking. Het is belangrijk dat de patiënt zich bij de behandeling van de dwangneurose niet angstig gaat voelen. Ook is het belangrijk dat tijdens de behandeling van de dwangneurose de directe omgeving hun medewerking verleent. Voor de patiënt is de behandeling zwaar wat zich vooral in de thuisomgeving kan uiten.
De therapie om de dwanggedachten die vaak angst omvatten te reduceren is vaak moeilijker. Men moet de patiënt met dwangneurose zover krijgen dat deze in staat is om situaties te relativeren. Dit betekend dat de patiënt moet leren inzien dat zijn of haar angst overdreven en overschat is. De patiënt moet bijvoorbeeld leren dat de wereld niet vergaat als er een lampje blijft branden en dat het huis door kortsluiting van het brandende lampje niet in brand zal vliegen. Deze therapie werkt alleen als een patiënt met dwangneurose openstaat en écht geholpen wil worden. De therapie voor dwanggedachten wordt vaak in combinatie met de therapie voor dwanghandelingen gegeven. Naast de therapie krijgt men vaak medicatie die helpen om de dwanggedachten te onderdrukken door beïnvloeding van de neutronen naar de hersenen. De medicatie bestaat vaak uit SSRI’s.