Wanneer men denkt dat er iets opspeelt bij het hart zoals een hartritmestoornis dan hoeft men niet meteen het ergste te denken, want vaak is er niks aan de hand, maar toch de moeite waard om gerustgesteld te worden. Men kan bijvoorbeeld last hebben van hartoverslagen. Dit betekent dat het hart een slag overslaat (dus niet dat men een hartritmestoornis heeft) en over het algemeen kan dit weinig tot geen kwaad.
De oorzaken van de hartritmestoornissen kunnen dus erg divers zijn en men kan hierbij denken aan oorzaken zoals: een doorgemaakt hartinfarct, een schildklier die te snel werkt, ouderdom, hartziekten, hartfalen, een hartoperatie, een aangeboren afwijking of het gebruik van stoffen die de werking van het hart negatief beïnvloeden zoals: tabak, alcohol, drugs en medicijnen.
Wanneer de oorzaak bekend is dan pas kan de arts handelen, want bij iedere oorzaak hoort een andere behandeling. Bij de behandeling die te maken heeft met een afwijking in het patroon van de werking van de schildklier, voornamelijk als deze te hard werkt dan zal de arts de schildklier moeten aanpakken. Ook wanneer er sprake is van een veranderd bloedbeeld, bloedarmoede, dan zal de arts hierna handelen. Wanneer dit is gebeurt dan zullen de stoornissen aan het hart vanzelf ophouden. Daarom wordt er bij de behandeling als eerst bloed geprikt om deze twee vormen uit te sluiten. Wanneer dit niet het geval mocht zijn dan gaat het onderzoek verder en zal de arts tot een andere conclusie komen. De behandeling van de andere vormen bestaat uit: bevriezen of wegbranden van weefsel voor een normaal hartritme, medicinaal of chirurgisch oplossen, ICD, pacemaker of een maze-procedure.