Orthostatische hypotensie betreft een plotselinge daling van de bloeddruk van meer dan 20 mmHg systolisch of meer dan 10 mmHg diastolisch welke ontstaat bij plotseling opstaan (binnen drie minuten hierna). Klachten die op kunnen treden bij orthostatische hypotensie zijn licht in het hoofd worden, duizeligheid, hoofdpijn, (sterke) vermindering van het zicht, en flauwvallen.
De oorzaken van een orthostatische hypotensie kan sterk uiteenlopen. Zo komt deze aandoening veel voor bij jonge mensen die slank zijn en in de leeftijd zijn tussen de vijftien en de twintig jaar. In een dergelijk geval is orthostatische hypotensie vaak onschuldig. Bij oudere personen kan het echter een bijwerking zijn van het gebruik van medicatie die de bloeddruk dient te verlagen.
Een solitair cardiale kan eveneens de oorzaak zijn van orthostatische hypotensie, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van hartfalen. Het hart is dan niet instaat om voldoende druk op te bouwen. Maar ook als bijwerking van bepaalde medicatie die voor wordt geschreven ten behoeve van een psychose of een depressie ziet men soms een orthostatische hypotensie ontstaan.
Op het moment dat een patiënt in een gevorderd stadium van de ziekte van Parkinson is gekomen dan kan orthostatische hypotensie ontstaan door de aantasting van het autonome zenuwstelsel. Bij sommige vormen van Parkinson zoals het geval is bij MSA of Lewy Body dementie komt dit fenomeen reeds vroeg in de ziektegeschiedenis voor. Orthostatische hypotensie kan echter eveneens juist een bijwerking van medicatie tegen de verschijnselen waarmee Parkinson gepaard gaat zijn
Een kenmerkend verhaal van een patiënt met orthostatische hypotensie is zwart zien voor de ogen tijdens het opstaan zal de diagnose doen vermoeden. Door de bloeddruk in diverse houdingen te meten, dus zowel zittend als liggend, of zittend en staand, kan de diagnose orthostatische hypotensie worden gesteld. Daarbij is het van belang om de bloeddruk zowel één als vijf minuten na de verandering van de houding te meten, want de bloeddruk daalt in de meeste gevallen pas na een korte tijd. De behandeling van orthostatische hypotensie is afhankelijk van de oorzaak. Een arts kan bepalen of, en zo ja welke, behandeling er nodig is in een specifiek geval.