In de meeste gevallen wordt bij een psychose anti- psychotica voorgeschreven in combinatie met verschillende therapieën en soms andere neutraliserende medicijnen. Mensen die zwaar psychotisch zijn moeten de medicijnen hun leven lang innemen om de psychose onder controle te houden. Het risico van stoppen met de medicatie is het terugkomen van de psychose in een ergere vorm dan men had. Mensen die een lichtere vorm van psychose hebben krijgen ook een lichtere dosis anti- psychotica. Hierbij bestaat wel een kans dat men op een bepaald moment zonder medicijnen kan leven. Bij sommige lichte vormen is een tijdelijk kalmerend middel- of slaapmiddel voldoende behandeling.
De behandeling van de psychose kan soms nare bijverschijnselen veroorzaken. Mensen raken emotieloos, zijn hevig vermoeid of hebben geen controle meer over hun bewegingen. Bij ernstige bijverschijnselen is het altijd belangrijk om contact op te nemen met de arts. De arts kan de dosis aanpassen of andere medicijnen voorschrijven die minder bijverschijnselen veroorzaken. Een psychose kan beschadigingen aan de hersenen veroorzaken. Als je twijfelt of iemand in je omgeving een psychose heeft neem dan contact op met de huisarts. Iemand met een psychose heeft soms zelf niet door wat er aan de hand is. Voor het slagen van een behandeling bij psychose is vooral de medewerking van de patiënt nodig. Bij met name jonge mensen is een snelle erkenning van de psychose belangrijk. Een psychose komt vaak in verschillende aanvallen, sommige mensen die aan psychose lijden voelen deze aanvallen aankomen. Een constante lichte dosis anti- psychotica kan een zware aanval voorkomen.