Een aantal mogelijke behandelingen bij baarmoederhalskanker zijn: door middel van een operatieve ingreep de baarmoeder, een deel van de baarmoederhals en. eventueel eileiders, de eierstokken en de lymfeklieren in het bekken verwijderen
Verder kan men soms gebruik maken van bestraling (radiotherapie), medicatie (in de vorm van chemotherapie en/of hormonen), warmtebehandeling (hyperthermie) of een combinatie van een aantal van deze behandelingen. In principe vindt er echter slechts één behandeling plaats, maar in bepaalde gevallen komt een combinatie van behandelingen in aanmerking. Zo zal bestraling voor een operatie de aanwezige kanker zo klein mogelijk maken terwijl met bestraling na een operatie eventuele, niet met het blote oog waarneembare, uitzaaiingen kunnen worden bestreden. De bestraling wordt in zo’n geval als een aanvullende behandeling ingezet. Of zo’n combinatie nodig is afhankelijk van de grootte van de kanker en van de aanwezigheid van kankercellen in de lymfeklieren of in de weefselranden.
Op het moment dat baarmoederhalskanker niet meer kan worden genezen dan kan de behandeld arts een behandeling voorstellen waarbij de groei van de kanker zo goed mogelijk wordt geremd of waarbij de klachten verminderd worden. Zo kan een bestraling het verlies van bloed minder doen worden of laten stoppen. Deze behandelvorm wordt eveneens palliatieve (ondersteunende) behandeling genoemd: men geneest er dus niet, maar men heeft door de behandeling wel minder of geen klachten.
Het stadium van de baarmoederhalskanker is bepalend voor de uitgebreidheid van de operatie of welke andere behandelmethode er gebruikt kan worden. Een arts zal dit van tevoren altihjd uitvoerig met de patiënt bespreken en diens mening en wensen eveneens meenemen in de uiteindelijke beslissing. In sommige gevallen kan men echter niet om het (deels) verwijderen van de baarmoeder (en eventueel de eierstokken) heen. Hoewel dit erg ingrijpend is zal men zich toch dienen te realiseren dat dit de enige optie is om de kanker het hoofd te kunnen bieden.