Na de infectie zal het virus voor de rest van het leven in de zenuwen in de huid van de schaamstreek van de drager aanwezig blijven. Daarvandaan kan het virus telkens opnieuw naar de huid en slijmvliezen verhuizen en daarmee klachten van pijn en witte blaasjes tot gevolg hebben. Bij een heleboel mensen die met het HSV-2 virus geïnfecteerd zijn treden dit soort uitbarstingen van het virus echter in geen enkel geval op waardoor veel mensen niet eens op de hoogte zijn dat ze dit virus bij zich dragen.
Het herpes simplex virus is zeer kwetsbaar en zal buiten de slijmvliezen of de huid in zeer korte tijd sterven. De overdracht van het virus vindt hierdoor vrijwel in alle gevallen plaats bij een direct contact met het geïnfecteerde weefsel. Bij de aandoening genitale herpes gaat het daarom bijna in alle gevallen om het hebben van seksueel contact waardoor men de infectie oploopt.
De kans op overdracht is met name aanwezig op het moment dat er een actieve uitbarsting van het herpes virus plaatsheeft. Het is mogelijk dat als het virus zich terug heeft getrokken in de zenuwen geringe hoeveelheden virusdeeltjes op de slijmvliezen en/of de huid aanwezig zijn. Als iemand geen actieve herpesinfectie heeft is het daardoor toch mogelijk om een seksuele partner te kunnen besmetten.
Bij het verschijnen van witte blaasjes, en dan met name wanneer deze zich op de geslachtsdelen of in de schaamstreek bevinden, is het verstandig om een arts te consulteren. Deze kan dan een juiste diagnose stellen en passende maatregelen treffen om zo de klachten te kunnen verminderen of te bestrijden.