Door de ontstane infecties zullen de maag en/of de darmen van een patiënt die lijdt aan buikgriep niet goed kunnen functioneren. De wand, welke uit slijmvlies bestaat, zal namelijk door de infecties geïrriteerd raken. In het geval men diarree heeft zullen de darmen minder vocht uit het te verteren voedsel opnemen waardoor er een waterige brij zal ontstaan. Is er echter sprake van een ontsteking in de maag dan zal de wand aldaar reageren op voedsel door de maag te laten samenkrampen wat voor braakneigingen zorgt en vaak uiteindelijk zal leiden tot overgeven.
Men kan de verwekkers van buikgriep op allerlei verschillende manieren oplopen. Zo kan men al besmet raken door het aanraken van een deurkruk of een toiletbril welke eveneens is gebruikt door iemand met diarree. Maar het is eveneens mogelijk dat men door het eten van besmet voedsel of drank ziek wordt. Dikwijls betreft het dan niet voldoende verwarmd of zelfs rauwe producten zoals vlees, vis of schaaldieren.
Met name op plaatsen waar men het minder nauw neemt met de hygiëne loopt men meer kans om buikgriep te krijgen. Ook wanneer reeds bereidt voedsel niet op de juiste manier wordt bewaard bestaat de kans dat er zich ziekteverwekkers in gaan nestelen.
Een besmetting kan verder plaatsvinden op het moment dat men met de hand iets aanraakt dat eerder door een besmet iemand vast is gepakt. Door het deze hand aan voedsel te zitten of de mond of neus aan te raken kunnen de ziekteverwekkers het lichaam binnenkomen en daar hun gang gaan. Zeker mensen van wie de weerstand (tijdelijk) minder goed werkt zijn extra vatbaar voor dergelijke besmettingen, voorbeelden zijn jonge kinderen, ouderen en mensen die een afweerstoornis hebben.