Voor een volwassen persoon die lijdt aan buikgriep geldt: drink twee tot drie liter op een dag, bijvoorbeeld een glas na elke keer dat men dunne ontlasting had. Wanneer men eveneens overgeeft, dan drinkt men kleine hoeveelheden in één keer. Bijvoorbeeld iedere vijf tot tien minuten een klein slokje. Laat een kind eveneens meer drinken dan het normaal zou doen. Borstvoeding of flesvoeding geeft men zoals normaal verder. Zodra het niet met melk lukt dan geeft verdunde melk of een beetje lauw water. Moet een baby of kind eveneens braken dan geeft men het vaker wat te drinken, telkens ongeveer een koffielepeltje vol.
Wanneer men buikgriep heeft dan kan men het best water, thee en bouillon drinken. Ook rijstwater is goed, omdat het eenvoudig op wordt genomen door het lichaam. Beter kan men bij buikgriep geen cola of fruitsap, en zeker geen lightdranken drinken. Deze kunnen namelijk een lichte vorm van diarree veroorzaken en de buikgriep alleen maar erger maken of langer laten duren.
Bij signalen van uitdroging (zoals niet of weinig urineren en een donker gekleurde urine, dorst hebben, lusteloosheid en sufheid, een droge mond hebben en pgen die diep in hun kassen liggen), dan schakelt men over op de Orale Rehydratatie Solutie oftewel ORS. Dit middel bevat suikers en zouten in een ideale verhouding, waardoor het water snel op wordt genomen door het lichaam. Een sportdrank is hiervoor overigens geen goed alternatief. ORS-zakjes kan men verkrijgen in een apotheek.
Mensen op een ver gevorderde leeftijd lopen eveneens meer risico op uitdroging wanneer zij lijden aan buikgriep. Ook deze mensen dienen dus extra vocht binnen te krijgen of eventueel ORS te gebruiken.