Het is dan ook niet verwonderlijk dat men complete woonwijken aan kan treffen met huizen die voorzien zijn van een zadeldak. Dit type dak lijkt zo voor de hand te liggen dat men vaak niet eens aan een ander typ heeft gedacht toen men het pand ontwierp. Van jongs af aan heeft men immers het beeld van een huis met een puntdak gehad. Het gevolg hiervan is overigens wel dat een groot aantal wijken er fantasieloos uitzien alsof men niet durfde te variëren of af te wijken van de reeds aanwezige *zadeldaken.
Een* zadeldak is een dak dat op is gebouwd uit een tweetal tegen elkaar geplaatste hellende dakschilden boven twee muren welke evenwijdig aan elkaar zijn opgetrokken, de andere muren worden tot onder of net boven de dakschilden gebouwd. Dit type dak is, vanwege de eenvoud, het meest voorkomende type dak in België en Nederland, enn dan vooral in de traditionele bouw veelvuldig toegepast. Minder algemeen zijn echter kerktorens die bedekt zijn met een zadeldak. Dit soort kerktorens worden door hun type dak aangeduid als een zadeldaktoren.
Een zadeldak dat met dakpannen wordt gedekt, is opgebouwd uit onder andere: spanten met gordingen. De spanten dragen daarbij de constructie terwijl de gordingen als taak hebben het dragen van de dakhuid. Dit zijn dan ook de balken of ligger sdie in de lengterichting van een dak worden geplaatst. Verder bestaat een zadeldak nog uit het zogeheten dakbeschot, de pannenlatten op tengels (latjes) waarop vervolgens de dakpannen zullen worden gelegd. Zadeldaken zijn ontworpen met twee sets van parallelle balken welke zijn bevestigd aan de spanten. Deze komen weer bij elkaar in de nok. Dit soort daken zien eruit als de letter V onderste boven en hebben twee volledig blootgestelde zijden,
Een belangrijke reden om te kiezen voor een zadeldak, in plaats van bijvoorbeeld een plat dak, is bijvoorbeeld het feit dat er geen water op kan blijven staan waardoor het dak eerder bloot komt te staan aan verwering onder invloed van vocht. De constructie van een zadeldak is bovendien erg stevig waardoor de kans op bijvoorbeeld instorten bij een zware sneeuwval aanmerkelijk kleiner is dan wanneer men te maken heeft met een plat dak waarvan de sneeuw bovendien niet af kan glijden.