Water* wordt in elektriciteitscentrales gebruikt om te koelen wanneer ze tijdens het opwekken van warmte, die warmte omzetten in stroom. Water is zelfs een heel duurzame en schone manier om elektriciteit op te wekken. De kracht van het water wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken Bij de waterkracht- en getijdencentrales wordt door middel van kracht van het water een turbine in werking gesteld. Daarmee wordt elektriciteit opgewekt. De overtollige warmte die ontstaat, kan met behulp van koelwater weer afgevoerd worden. Het koelwater wordt weliswaar warm maar kan als het afgekoeld is weer worden geloosd op het oppervlakte water. Het is dan totaal niet vervuild. De centrales die uit water elektriciteit gaan wekken moeten wel in de buurt staan van de zee of van stromende rivieren.
Het fijne daarvan is dat de waterbron niet uitgeput raakt en de centrales dus altijd over voldoende elektriciteit kunnen beschikken. Bij particulieren kan een waterpomp de warmte uit de omgeving- de lucht, het water of de bodem halen en gebruiken voor de verwarming van een huis, het water in de keuken en in de badkamer. Door een warmtepomp kan warmte uit de nabije omgeving worden onttrokken. De zon heeft er namelijk voor gezorgd dat er in de aarde, de lucht en het water, zelfs in de winter, grote hoeveelheden warmte opgeslagen zijn. Deze warmte kan uitstekend worden gebruikt om andere zaken te verwarmen. Doordat de warmte naar beneden stroomt, zal een waterpomp een rendement van circa vier of zelfs meer behalen. Dat betekent dat er een kwart van de energie die nodig is aangekocht hoeft te worden en de overige driekwart porcent gratis wordt opgewekt met de waterpomp. De kosten van de pomp zijn hoog, maar verdienen zichzelf terug.