Het risico dat kinderen de infectie in staat zijn om de hepatitis B infectie te kunnen klaren is echter kleiner. Ruim 95 procent van de volwassenen of de oudere kinderen welke worden geïnfecteerd zullen compleet herstellen. Dit herstel kenmerkt zich door het ontwikkelen van een immuniteit voor het hepatitis B virus. Baby’s van één dag tot dertig dagen oud die het virus via hun moeder krijgen, klaren het virus echter in maar vijf procent van alle gevallen. De hepatitis B infectie evolueert bij deze jonge kinderen dus in de regel naar chroniciteit. Kinderen die geïnfecteerd worden tussen hun eerste en hun zesde jaar kunnen in zeventig procent van de gevallen deze infectie wel klaren.
In één procent van de gevallen zal de hepatitis op een heftige wijze evolueren waardoor de lever niet meer de talrijke functies op zich kan nemen. Na een paar gewone ziektedagen zal men dan in een toestand van verwarring, slaperigheid en in sommige gevallen zelfs in een coma vervallen. In zo’n geval kan enkel nog een transplantatie van de lever een dodelijke afloop van de besmetting met hepatitis B tegen kunnen gaan.
Verder kan het zijn dat een heleboel mensen genezen lijken, maar dit eigenlijk niet zijn. Bij ongeveer tien procent van de patiënten wordt de hepatitis B namelijk chronisch, wat wil zeggen dat zij voor de rest van hun leven drager zullen blijven van het virus. Daardoor lopen deze mensen een vergrote kans op het ontwikkelen van een cirrose of zelfs van leverkanker. Bovenal blijft deze groep besmettelijk voor andere mensen, en dan met name voor een eventuele seksuele partner indien er bij seksuele betrekkingen geen condoom wordt gebruikt.
In België zouden zo niet minder dan zeventig duizend personen chronisch drager zijn van het hepatitis B virus. Jaarlijks zouden er circa twee duizend nieuwe hepatitis B infecties ontstaan