Leefgids.be

Er bestaan vandaag de dag een aantal vaccins tegen het virus dat hepatitis B veroorzaakt. In het jaar 1991 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) alle landen dan ook opgeroepen om voor 1997 een algemene hepatitis B vaccinatie in te voeren. In bepaalde landen worden ondanks deze oproep enkel de risicogroepen gevaccineerd. Dit ondanks de kritiek van de medische wereld op de politiek. De meeste Europese landen hebben wel aan de oproep van de WHO gehoor gegeven en hun vaccinatieprogramma’s hieraan aangepast. Na een vaccinatie ontstaat bij de grote groep mensen die gevaccineerd zijn anti-HBsAg, dit zijn de antistoffen welke zijn gericht tegen het hepatitis B surface antigeen (in het verleden stond dit bekend onder de naam Australië antigeen). Dergelijke antistoffen beschermen het lichaam tegen een infectie met het hepatitis B virus. Door de vaccinatie wordt geen anti-HBcAg (dus antistoffen tegen hepatitis B core antigeen) geproduceerd, in tegenstelling tot bij de personen welke een echte virale hepatitis B infectie door hebben gemaakt.

In Vlaanderen is hepatitis B een ziekte wlke moet worden gemeld bij de afdeling Toezicht Volksgezondheid van het Agentschap Zorg en Gezondheid volgens bijlage 2 van het Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 19 april 1995 tot uitvoering van het decreet van 5 april 1995 betreffende de profylaxe van besmettelijke ziekten.

Hepatitis B kan men overdragen door middel van seksueel contact of door in contact te komen met het bloed van een drager van het virus. De meest belangrijke manier van overdracht is in ons land het seksuele contact. Met name jongeren en jong volwassenen hebben een grotere kans om besmet te raken omdat deze groepen vaker wisselende seksuele contacten hebben en bovendien niet altijd veilig vrijen.

Om hepatitis B te kunnen voorkomen kan men namelijk het best geslachtsgemeenschap, maar ook orale en anale, seks hebben terwijl men voldoende is beschermd, bijvoorbeeld door het gebruik van een condoom. Verder is het aan te raden om, voordat men een bloedtransfusie moet ondergaan, zekerheid te krijgen over de oorsprong van het bloed en de afwezigheid van het hepatitis B virus in het donormateriaal.