Er bestaat dus geen algemeen werkende therapie. De meeste volwassen patienten herstellen echter van de hepatitis C, zonder enige ingreep van een arts, binnen een half jaar na het moment dat zijn werden geïnfecteerd en een behandeling wordt voor de duur van deze periode niet aangeraden. Op het moment dat men echter na deze tijd nog altijd geïnfecteerd blijkt te zijn, dan wordt men als chronische geïnfecteerd beschouwd en de arts die de ziekte behandelt zal dan een bepaalde vorm van therapie in gang gaan zetten.
Een kuur, voor de duur van een half jaar, met behulp van anti-infectanten, zoals interferon, kan voor worden geschreven, maar zal lang niet in alle gevallen aan blijken te slaan. Het drinken van alcoholische drank en het roken van tabakswaren kunnen de problemen met de lever erger maken en de werkzaamheid van de medicatie tegen de hepatitis C op een negatieve wijze beïnvloeden.
In de meeste gevallen van een infectie met het hepatitis C virus zal de behandeling in eerste instantie bestaan uit het lichaam zelf in de gelegenheid stellen om de ziekte te klaren. Enkel en alleen wanneer dit na een half jaar nog niet is gelukt zal men de infectie gaan bestrijden met behulp van medicijnen.
Zou men in een dergelijk geval geen behandeling opstarten dan is de kans groot dat er ernstige schade aan de lever zal ontstaan of dat een patiënt na verloop van tijd zelfs kan komen te overlijden aan de gevolgen van de hepatitis C infectie. Zo kan er cirrose optreden, dit is een aandoening aan de lever waarbij er steeds meer cellen aan worden getast en de werking ervan alsmaar minder wordt totdat uiteindelijk deze volledig uit zal zijn *gevallen.
*