Het* buisje zorgt ervoor dat er lucht blijft in het middenoor, hierdoor kan er geen druk in het oor meer ontstaan. Het kind heeft geen last meer van oorpijn vanuit het middenoor en zal ook beter kunnen horen omdat het trommelvlies weer normaal kan functioneren. De buisjes zijn tussen drie millimeter en twaalf millimeter lang en hebben een doorsnede van slechts anderhalve millimeter. In de meeste gevallen wordt gebruikt gemaakt van kunststof buisjes. De buisjes worden meestal poliklinisch aangebracht. Kinderen krijgen een licht roesje, volwassenen die buisjes krijgen worden vaak plaatselijk verdoofd. De buisjes worden zo geplaatst dat het ene gedeelte in het middenoor- en het andere gedeelte in de gehoorgang uitkomt. Eventueel aanwezig vocht wordt eerst uit het middenoor verwijdert. Nadat de buisjes geplaatst zijn is ook de oorpijn verdwenen.
De buisjes kunnen pas geplaatst worden als er geen ontstekingen zijn in de bovenste luchtwegen. Zijn er naast oorklachten ook amandelklachten dan worden deze, en het plaatsen van de buisjes vaak in een ingreep behandeld. Een buisje blijft maanden op dezelfde zitten waarna het door het oor wordt uitgestoten. In de meeste gevallen sluit het gaatje in het trommelvlies vanzelf. Zijn er veel littekens dan kan het trommelvlies stug zijn waardoor het gaatje niet vanzelf sluit. Afhankelijk van de conditie van het trommelvlies en de leeftijd van de patiënt kan de KNO arts besluiten om het trommelvlies te sluiten of te vervangen met een plastiek. Bij jonge patiëntjes is de kans groot dat zij over de oorproblemen heen groeien.