Sommige mensen moeten hun oren regelmatig laten uitspuiten omdat het transport van het oorsmeer niet goed verloopt. Het uitspuiten van de oren kan geen kwaad voor de trommelvliezen. Bij kinderen die vaker dan vier maal per jaar ontstekingen krijgen door ophopingen worden vaak buisjes geplaatst. Bij mensen met een hoorapparaat kan het hoorapparaat de oorzaak zijn voor het terugduwen van oorsmeer in de gehoorgang. Ook bij hen is het oor uitspuiten een regelmatig terugkerende behandeling. De ophoping van oorsmeer belemmert de goede werking van het gehoorapparaat, patiënten krijgen klachten als suizen of fluiten van het gehoorapparaat, bovendien hoort men ook met gehoorapparaat, opnieuw slecht. Daarnaast zijn er ziekten en aandoeningen die het risico op vaker uit moeten spuiten van de oren verhogen zoals diabetes of huidaandoeningen als eczeem.
Het uitspuiten van het oor gebeurt meestal na twee dagen oordruppels of slaolie om het oorsmeer soepel te maken zodat het gemakkelijk verwijdert kan worden. In een grote spuit doet de arts zuiver water met een temperatuur van zes- à zevenendertig graden. Het water wordt in het oor gespoten en neemt bij het terug naar buiten lopen het oorsmeer mee. Bij ingedikt oorsmeer is het soms nodig om deze behandeling te herhalen. Bij een oorontsteking moet eerst de ontsteking genezen zijn voor de arts de oren uitspuit. Het uitspuiten van het oor mag niet pijnlijk zijn, is dit wel het geval dan wordt je in de meeste gevallen doorverwezen naar de KNO arts voor verder onderzoek. Ook als er gehoorgang ontstekingen ontstaan na het uitspuiten van de oren wordt je naar de KNO arts gestuurd. Bij de KNO arts worden de oren niet uitgespoten maar met instrumenten gereinigd.