COPD is niet volledig omkeerbaar waardoor er altijd een zeker deel van de long beschadigd zal blijven. Wel kan men vandaag de dag COPD behandelen om op die manier de klachten en het ongemak dat de aandoening met zich meebrengt te verminderen.
De eerste stap die een patiënt met COPD dient te zetten is het stoppen met roken. Roken zorgt er namelijk voor dat het ademhalen na verloop van tijd alsmaar lastiger wordt. Het is om die reden nooit te laat om te stoppen met roken. Hoe eerder men stopt met roken, hoe langer de longen immers jong zullen blijven. Op het moment dat de longen door het jarenlange roken zijn beschadigd dan verouderen deze met een gelijke snelheid als bij menen die niet roken vanaf het ogenblik dat men stopt.
COPD kan verder behandeld worden met behulp van medicatie. Zo zorgen de bronchodilatatoren, oftewel de luchtwegverwijders, ervoor dat de luchtstroom door de luchtwegen heen beter zal worden. Deze middelen worden doorgaans beschouwd als de hoeksteen van een behandeling van COPD in een matige, een ernstige en een zeer ernstige vorm. De behandeling van COPD kan verder nog bestaan uit corticosteroïden welke via inhalatie toe worden gediend. Dergelijke middelen vormen de basis van een astmabehandeling en kunnen eveneens een belangrijke rol spelen in de behandeling van de ernstige tot zeer ernstige COPD. Als laatste zijn er dan nog de zogenaamde corticosteroïden welke oraal in worden genomen en vaak voorgeschreven worden tijdens een korte periode gedurende waarin de verschijnselen opeens sterk toe zijn genomen.
Een patiënt die lijdt aan COPD zal verder baat hebben bij zogenaamde spierrevalidatie en het verhogen van de persoonlijke inspanningstolerantie, ergotherapie, ademhalingskinesitherapie en psychologische bijstand. Om te voorkomen dat de patiënten die lijden aan COPD buiten adem raken, is men uiteraard geneigd om steeds minder inspanningen te gaan leveren. Maar door op die manier te handelen dreigen deze patiënten in een vicieuze cirkel terecht te komen: de inspanningscapaciteit van hun spieren zal slinken bij een gebrek aan training en men zal dan ook voortdurend meer zuurstof nodig hebben om een gelijke vorm van inspanning te kunnen leveren.