Iedereen die waterpokken nog niet gehad heeft kan de ziekte krijgen. Pasgeboren baby’s, mensen die lijden aan afweerstoornissen (zoals leukemie en hiv) en zwangere vrouwen welke de ziekte nog niet door hebben gemaakt, lopen een erg kleine kans op complicaties als zij waterpokken krijgen. Bekende complicaties zijn hersenvliesontsteking, longontsteking en middenoorontsteking. De mensen die meer risico lopen op complicaties kunnen het best contact met een persoon met waterpokken vermijden. Indien er toch rechtstreeks contact geweest is dan dient men contact op te nemen met de huisarts
Besmetting met waterpokken is lastig te voorkomen, omdat een patiënt reeds besmettelijk is voordat de verschijnselen van de ziekte optreden. Goede hoesthygiëne kan echter helpen wel om waterpokken minder snel te verspreiden. Het beste is om bij het niezen en hoesten een papieren zakdoekje te gebruiken, dit moet men direct na gebruik weggooien en vervolgens de handen te wassen met warm water en zeep. Wanneer men geen papieren zakdoekje heeft, dat houdt men de hand voor de neus en mond en wast daarna eveneens grondig de handen. Kinderen moeten eveneens leren om dit zo te doen. In bijzondere gevallen kan er een reden zijn om contacten met een lagere afweer preventief te behandelen met tijdelijke antistoffen tegen waterpokken. Ook preventief inenten tegen waterpokken is mogelijk, maar deze methode van preventie wordt maar zelden toegepast.