De brillenglazen hebben invloed op de breking van de lichtstralen. Bij bijziendheid worden brillenglazen gekozen welke de breking van de lichtstralen verminderen. Het brandpunt van de lichtstralen komt in dat geval verder achter in het oog te liggen. De sterkte van de brillenglazen wordt zodanig gekozen dat het brandpunt exact op de het netvlies terechtkomt. De sterkte van de glazen wordt met een min aangeduid samen met het aantal Dioptrieen. De glazen hebben met name bij hogere bijziendheid als nadeel dat het beeld vervormd en verkleind wordt. Bij een groot verschil in brilsterkte tussen de beide ogen kan het verschil in beeldgrootte zeer vervelend zijn. Bij een bril ligt bij hoge bijziendheid het gezichtsveld opzij en wordt ook nog eens door de perifere beeldvervorming van het glas en het montuur beperkt.
De contactlenzen beïnvloeden eveneens de breking van de lichtstralen net zoals dat bij een bril het geval is. Contactlenzen hebben echter niet als nadeel dat het beeld wordt vervormd en verkleind. Wel vergen contactlenzen meer onderhoud kan bij langdurig gebruik het dragen van lenzen tot problemen leiden zoals door een allergische reactie op de lenzen zelf of op de contactlensvloeistoffen. Met name bij slechte hygiëne geven contactlenzen meer kans op *ooginfecties.
Sinds* enige tijd zijn een aantal chirurgische technieken ontwikkeld om bijziendheid te corrigeren. Het type en de maat van brekingsafwijking bepaald de techniek die er kan worden gebruikt maar ook de ervaring van de chirurg met een specifieke techniek evenals de wens van de patiënt spelen daarbij een rol. De technieken die heden ten dage worden gebruikt kunnen onder worden verdeeld in een aantal verschillende lasertechnieken en niet-lasertechnieken.