Tag foutmelding <txp:rvm_related_articles limit="5" wraptag="ul" break="li" label="Bekijk ook eens" labeltag="p"
section_exclude='<txp:section title="0" />'/> ->  Textpattern Error: Unknown column 'NULLDATETIME' in 'where clause' while_parsing_page_form: default, geen
Tag foutmelding <txp:/> ->  Textpattern Warning: Deze tag bestaat niet while_parsing_page_form: default, geen
Diagnose bijziendheid
Zowel een opticien, een optometrist als een oogarts kunnen bijziendheid vaststellen aan de hand van de resultaten van een refractieonderzoek. Dit refractieonderzoek geeft namelijk de nodige informatie over de brekingsafwijking van het oog en dus van de sterkte van de bril of contactlens welke iemand nodig heeft om deze afwijking te kunnen corrigeren.

De brilsterkte kan af worden gelezen op het brilrecept en wordt in dioptrieën (D) uitgedrukt. Hoe groter het getal is, hoe groter ook de afwijking is. Aan de hand van het brilrecept kan men beoordelen of een bepaalde persoon nu verziend of juist verziend is, en of er eveneens sprake is van een cilinderafwijking in één of beide ogen van deze persoon.

Op een brilrecept kan bijvoorbeeld het volgende staan: S -2,00 D, C +2 as 75°. De S staat in dat geval voor sferisch en wordt in + (plus; er is sprake van verziendheid) of – (min; er is sprake van bijziendheid) uitgedrukt. Het getal verstrekt informatie over de sterkte van de bril. In dit recept is de benodigde brilsterkte min twee dioptrieën.

De C is in het brilrecept de afkorting voor de cilinderafwijking. Dit wordt ook in + (plus; positieve cilinderafwijking) of – (min, negatieve cilinderafwijking) aangeduid. De as op het recept geeft de richting aan van de cilinderafwijking. Dit wordt in graden uitgedrukt. De cilinderafwijking zal overigens niet in het refractieonderzoek bepaald worden.

Een volledig uitgevoerd refractieonderzoek start met een objectief onderzoek en wordt vervolgens door een subjectief onderzoek gevolgd. Ieder oog zal apart worden getest. Bij het gebruik van contactlenzen (met name halfharde of harde exemplaren) welke het oppervlak van het oog iets vervormen, kan het nodig zijn om de lenzen een aantal dagen niet in te doen om zo een exacte meting van de brilsterkte uit te kunnen voeren.

Bij kinderen of jonge volwassenen welke sterke de neiging hebben tot het aanspannen van de inwendige oogspiertjes rond de lens waardoor de lichtbreking verandert kan het soms noodzakelijk zijn om vooraf pupilverwijdende druppeltjes te geven om de oogspiertjes voor een bepaalde tijd lam te leggen en daardoor een betrouwbare meting te kunnen uitvoeren.