Iemand die bijvoorbeeld bloedgroep O heeft zou hetzelfde dienen te eten als een jager en met name veel eiwitten op het menu moeten zetten in de vorm van vis en vlees. Daarentegen zouden mensen die bloedgroep A hebben meer overeenkomsten vertonen met een agrariër en dus veel fruit en groente dienen te eten vanwege de koolhydraten die deze producten bevatten.
Het genotype-dieet gaat echter verder dan alleen de bloedgroep van een persoon om het dieet vast te kunnen stellen. Men zal eveneens kijken naar de persoonlijke fysieke kenmerken en de geschiedenis van familie waartoe men behoort. Door het genotype-dieet te volgen zou men, net als het bloedgroepdieet niet alleen gezond kunnen blijven, minder snel ziek worden en lichaamsgewicht kunnen kwijtraken, maar ook in staat worden gesteld om de genetische toekomst te veranderen of beïnvloeden.
Voor allebei de dieetvormen zal men echter eerst te weten dienen te komen welke bloedgroep men heeft, en eventueel tot welke genotype, men behoort, alvorens met met een dieet van start kan gaan. Het genotype-dieet zal een nog verdere onderverdeling maken tussen de verschillende groepen dan het bloedgroepdieet doet en daardoor zich dus nog beter tot kunnen spitsen op elk individueel mens.
Zoals wellicht al duidelijk is, is het genotype-dieet van recentere datum dan het bloedgroepdieet. Toch richt dit dieet zich met name op het voedingspatroon zoals de voorouders van de mens dat kenden in het verre verleden. Het bloedgroepdieet kent daarentegen slecht een viertal verschillende groepen (het genotype zes, te weten, jager, verzamelaar, leraar, verkenner, krijger en nomade).