Secundaire cataract kan iedereen krijgen op elke leeftijd. Secundaire- of verworven cataract is altijd een gevolg van. De gevolgen kunnen van verschillende oorzaken zijn zoals oogletsel, oogaandoening, medicijnen, teveel UV licht, suikerziekte of een operatie aan het oog. Soms treedt cataract meteen op, soms ontwikkeld het langzaam. Een goede controle bij oogaandoeningen en oogletsels is belangrijk. Ook bescherming van de ogen op plaatsen waar dit gewenst is zoals bij bepaalde werkzaamheden of onder de zonnebank is belangrijk. Door een oogletsel kan cataract optreden, verwaarloos je het oogletsel waardoor een oogontsteking ontstaat dan vergroot je de kans op cataract.
Bij ouderdomscataract speelt slijtage van de lens een rol. Het eiwit waar de lens uit bestaat gaat samenklonteren waardoor het beeld vertroebeld wordt. Er is geen minimale en geen maximale leeftijd te geven voor ouderdomscataract. Sommige mensen lezen nog op hun vijfenzestigste de krant zonder bril, anderen hebben op hun zestigste al een cataractoperatie gehad. Weer anderen denken nooit getroffen te worden door cataract en worden na hun tachtigste levensjaar nog geholpen. Voor cataract is geen medicinale behandeling mogelijk. Zolang het nog kan kun je jezelf helpen met een sterkere bril. In de meeste gevallen is het je opticien die een oogarts adviseert na het meten van je ogen. Bij secundair cataract en bij ouderdomscataract helpt alleen een operatie. De operatie is een relatief kleine ingreep van ongeveer een half uur waarbij de eigen lens wordt vervangen door een kunstlens.