Daarnaast behoren ook een blootstelling voor de duur van een lange tijd aan drijfgassen uit bijvoorbeeld spuitbussen (aërosols) tot de redenen waardoor longblaasjes zouden kunnen beschadigen.
Iedere ziekte waarbij de luchtwegen vernauwd zijn zoals onder andere astma en chronische bronchitis kunnen daarnaast tot de ontwikkeling van longemfyseem leiden. Tevens kan alfa-1-antitrypsinedeficiëntie (afgekort tot A1AT-deficiëntie), een tekort aan enzymen, ook emfyseem tot gevolg hebben. Dit enzym zorgt er immers voor dat de longen elastisch zullen blijven. Bij een tekort zal dit dus niet langer het geval zijn en bestaat de kans dat de longen in een stand blijven staan die normaal gesproken alleen bij het inademen aan wordt genomen.
Longemfyseem kan eveneens nog een gevolg zijn van het voderen van de leeftijd (seniel emfyseem) of van zogenaamd longsarcoïdose. Dit betreft een ziekte waarbij spontaan ontstekingen ontstaan welke zich tot littekenweefsel om kunnen gaan vormen.
Een persoon die haast is gestikt, kan er eveneens longemfyseem op na houden. In een dergelijek situatie kunnen namelijk de wanden van de longblaasjes scheuren door de inspanning welke het kost een patiënt om weer adem te kunnen gaan halen.
Daarnaast kunnen ook aandoeningen zoals onder andere astma en tuberculose een te sterke uitzetting van de longen tot gevolg hebben en om die reden de elasticiteit van de longen in weten te perken.
Met andere woorden: voor het ontstaan van longemfyseem kan uiteenlopende oorzaken hebben waardoor men niet in alle gevallen één duidelijke daarvan aan kan wijzen. Vaak echter is dit wel mogelijk en vindt men bij het stellen van de diagnose longemfyseem wel één of andere onderliggen de oorzaak van deze aandoening. Wat echter de oorzaak van het longemfyseem ook mag zijn, de aandoening is niet omkeerbaar en kan niet worden genezen.