Overgewicht is wereldwijd een steeds toenemend probleem geworden en speelt een rol bij het ontstaan van het zogeheten metabool syndroom (dit is de combinatie van diabetes, overgewicht, hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte. Overgewicht kan bepaald worden door de body-mass index (BMI) te gebruiken. Dit is een index voor het lichaamsgewicht in verhouding tot de lichaamslengte, in kg/m2. Bij een BMI–waarde tussen 25 en 30 is er sprake van overgewicht, boven de 30 is er sprake van obesitas.
Er wordt een heleboel onderzoek verricht naar de rol van voeding bij het ontstaan van prostaatkanker. Selenium, vitamine E en leucopeen (watt onder andere in tomaten voorkomt) leken een beschermend effect te hebben. Selenium is een zogenaamd essentieel sporenelement en dient dus met de voeding binnen te komen; het zit in vlees, noten, vis en granen. Het effect van selenium en vitamine E is in een grote studie onderzocht. Deze studie is echter voortijdig gestopt omdat deze stoffen niet de prostaatkanker in de onderzoeksgroep konden voorkomen.
In andere studies zijn eveneens diverse stoffen onderzocht op hun mogelijke preventieve werking ten aanzien van prostaatkanker maar deze hebben niet, of niet voldoende, aan kunnen tonen dat een bepaalde stof deze ziekte zou kunnen voorkomen. Het zal dan ook nog een behoorlijk aantal interventiestudies duren voordat men meer zicht zal hebben op de rol van voedingsstoffen en overige stoffen bij het voorkomen van prostaatkanker.
Tot op de dag van vandaag zal men dus met name een gezonde manier van leven als de meest effectieve wijze van preventie ten aanzien van prostaatkanker dienen te beschouwen. Door niet te roken, matig te zijn met alcoholhoudende drank en het gebruik van gezonde voeding in combinatie met voldoende lichaamsbeweging verkleint men de kans op het krijgen van prostaatkanker zoveel mogelijk.