De tijd die ligt tussen het binnendringen van de sporen van de bacterie in het lichaam en het opkomen van de eerste verschijnselen (dit wordt de incubatietijd genoemd) loopt uiteen van een aantal dagen tot een paar weken. De incubatietijd en eveneens de tijd welke verstrijkt tussen het opkomen van de eerste symptomen en het inzetten van de typische spierkrampen is voor de ernst van tetanus erg bepalend: hoe korter namelijk de incubatietijd is, hoe ernstiger de infectie zal zijn.
Bij tetanus hebben patiënten aanvankelijk moeite om de mond open te doen en eveneens hebben zij last met kauwen ten gevolge van de stijve kaakspieren (trismus). Vervolgens treden problemen met het slikken op, erg pijnlijke stijve spieren in heel het lichaam, voornamelijk in het gelaat, de rug en de nek. Door het verkrampen van de spieren in het gezicht vertoont het gelaat een soort grimas, welke risus sardonicus genoemd wordt. Ten gevolge van het samentrekken van de rugspieren zal de rug zich omhoog gaan krommen, hierdoor zal het lichaamsgewicht alleen op het hoofd en de hielen komen te rusten.
Ernstige tetanusgevallen kenmerken zich door herhaalde, heftige en pijnlijke spierkrampen welke tenminste enkele seconden, maar eveneens enkele minuten, kunnen duren. Soms treden deze krampen spontaan op, maar kunnen eveneens teweeg worden gebracht door prikkels zoals aanraking of geluid danwel doordat men van positie verandert. Normaliter veroorzaken de krampen ademhalingsproblemen of een tijdelijke ademstilstand. Door gebrek aan zuurstof in het bloed zullen de huid en slijmvliezen dan blauw tot paarsrood gaan verkleuren. In minder ernstige gevallen kan er een week verstrijken tussen het verstijven van de spieren en het ontstaan van krampen. Bij een lichte tetanusvorm kunnen krampen zelfs volledig wegblijven.