Het importeren van pluimvee en eieren uit streken waar vogelgriep heerst wordt stopgezet op het moment dat de ziekte uit is geconstateerd. Reizigers en voertuigen vanuit de gebieden waar vogelgriep heerst worden in zo’n geval ook extra grondig gecontroleerd bij hun terugkeer in eigen land. In het trekvogelseizoen en zodra zich vogelgriep in de ons omringende landen voordoet, kan er een zogenaamde ophokplicht voor pluimvee van kracht worden. Verder kan de overheid opdracht geven om de voorraad virusremmende medicatie uit te breiden tot vele miljoenen kuren zodat in geval van een uitbraak van de vogelgriep altijd voldoende middelen voor handen zullen zijn.
Het heeft geen zin om uit voorzorg virusremmende medicatie in te nemen of deze in huis te halen om zo vogelgriep te kunnen voorkomen. Op het moment dat zich vogelgriep in ons land voor zou doen dan worden de beschikbare medicijnen gebruikt om personen welke met besmette vogels in aanraking komen te kunnen beschermen. Door virusremmende middelen enkel te gebruiken op momenten dat het werkelijk nodig is, blijft het risico dat het vogelgriepvirus resistent (ongevoelig) wordt voor deze middelen zo gering mogelijk.
Het eten van kip of eieren levert geen gevaar tot besmetting op. Men mag echter geen dode vogels opraken met blote handen, zonder beschermende kleding of zonder mondkapje. De kans dat men het virus binnenkrijgt is in een dergelijk geval namelijk aanzienlijk te noemen. Het opruimen van de dode dieren dient men dan ook aan gespecialiseerde mensen over te laten om zo verdere verspreiding van het virus tegen te kunnen gaan en bovendien de overdracht van dier naar de mens zo gering mogelijk te kunnen houden.