Het aanraken van dode vogels wordt ten zeerste afgeraden. Men kan beter bij het aantreffen van een dode vogel de plaatselijke gemeente verwittigen en uitleggen waar het dode dier zich bevindt. Grotere dode vogels (zoals bijvoorbeeld een gans of een zwaan) zijn het meest verdacht een (enkele) dode zangvogel kan eveneens door een overige oorzaak dan de vogelgriep gestorven zijn. Toch mag men ook hier geen enkel risico lopen en dient men ook deze vogels te laten liggen om door deskundigen te worden opgeruimd.
In het geval dat men toch vogels en pluimvee met de handen moet aanpakken dan gebruikt men het best handschoenen en beschermende kleding danwel een voorschoot. Na het gebruik van deze handschoenen en kleding dienen deze producten meteen te worden vernietigd, in elk geval mogen deze niet aan worden geraakt door de niet beschermde huid. Om die reden is oefenen met het uittrekken van handschoenen en beschermende kleding voordat men echt contact heeft met eventueel besmette dieren aan te bevelen.
Behalve handschoenen en beschermende kleding moet men dicht bij een mogelijke bron van besmetting eveneens de ingeademde lucht te zuiveren; daarvoor kan een ademfilter worden gebruikt. Dit filter moet ook werkelijk geschikt zijn voor een dergelijke toepassing. Bovendien moet men erop letten dat het filter goed aansluit op het gezicht. Indien men verwacht dat bij het contact met de mogelijk besmette vogels druppeltjes vloeistof of stofdeeltjes in de lucht komen dan is het goed om eveneens een beschermbril en eventueel een haarkapje te dragen. Alle gebruikte materialen moeten meteen vernietigd worden en mogen niet met de onbeschermde huid in aanraking komen aan de zijde waar mogelijk contact is geweest met het vogelgriepvirus.