De ruimte die je nodig hebt is de breedte van je gestrekte arm met de dumbbell. Houdt er rekening mee dat je een veilige plaats zoekt zodat er niet per ongeluk iets vernield kan worden bij een uitschieter. Alle oefeningen die je in de sportschool doet kun je misschien behalve de halterbank ook thuis doen. Neem de dumbbell in je hand en breng deze op borsthoogte, draai je onderarm naar buiten, tel tot drie en ga terug naar de beginstand. Doe hetzelfde met de andere arm. Werk om en om van links naar rechts. Als je net begint doe dan niet meer dan vijf oefeningen achter elkaar. Bouw langzaam op tot je de oefeningen zo’n vijftien keer achter elkaar kunt *doen.
Pompbewegingen* zijn altijd goed voor het trainen van biceps. Houdt het gewicht naar beneden en breng het omhoog op borsthoogte, terug naar beneden en weer omhoog. Doe dit met beide armen om en om, dus links, rechts, links, rechts. Probeer ook hier weer op te bouwen als je een beginner bent. Mensen die al aan biceps training hebben gedaan kunnen de oefeningen afwisselen in sets. Om te controleren of je een oefening goed doet hoef je alleen maar naar de spieren in je bovenarm te kijken. Zelfs beginners zien de strakke aanspanning bij de bovenarmspieren en al snel het begin van een spierbal. Wil je niet alleen met gewichten je biceps trainen doe dan een sessie opdrukken tussen de oefeningen door.