Personen die niet genoeg ijzer en vitaminen (en dan met name foliumzuur) eten, lopen meer risico om bloedarmoede te ontwikkelen. Het lichaam heeft immers ijzer, eiwitten en vitamine nodig om genoeg rode bloedcellen aan te kunnen maken. Vrouwen lopen daarnaast in de regel een grotere kans om bloedarmoede te krijgen dan mannen. Dat heeft te maken met het feit dat vrouwen maandelijks bloed verliezen op het moment dat zij menstrueren.
Een aandoening aan de darm welke de opname van voedingsstoffen in de dunne darm kan bemoeilijken, zoals bij de ziekte van Crohn of coeliakie het geval is vergroot dit de kans dat men bloedarmoede ontwikkelt. Een operatieve ingreep aan de dunne darm kan ook leiden tot tekorten aan voedingsstoffen en tot bloedarmoede.
Op het moment dat men bijvoorbeeld kanker, nier- of leverfalen heeft, of aan een andere chronische aandoening lijdt dan loopt men een grotere kans op het krijgen van bloedarmoede. Dergelijke aandoeningen kunnen immers tot een vermindering van het aantal rode bloedcellen leiden. Maar ook auto-immuunziekten, bloedziekten, bepaalde infecties en de blootstelling aan giftige stoffen kan de kans op bloedarmoede eveneens vergroten.
De meeste gevallen van bloedarmoede zijn echter veroorzaakt door bloedverlies en door een voedingspatroon waarin te weinig ijzer zit. Maar ook onderliggende aandoeningen komen regelmatig voor als het bloedarmoede betreft. Met andere woorden: bloedarmoede kent weliswaar een aantal risicofactoren maar deze zijn niet in alle gevallen te vermijden. Hierbij kan men onder andere denken aan gevallen waarin de bloedarmoede is ontstaan door bijvoorbeeld een tumor of een poliep.
Alleen op het moment dat bloedarmoede ontstaan is door een tekort aan bijvoorbeeld ijzer of vitamine B12 dan is het mogelijk door een uitgebalanceerde voeding te gebruiken de aandoening enigszins te voorkomen. Eventueel kan men voedingssupplementen gebruiken om de tekorten aan ndeze voedingsstoffen aan te kunnen vullen.