Men verlaagt het cholesterolgehalte met zo’n tien procent door gevarieerd te gaan eten en slechts weinig verzadigd vet in de voeding te gebruiken. Op het moment dat men producten gebruikt met plantensterolen dan zal het cholesterolgehalte met nog eens tien procent dalen. In totaal verlaagt men het cholesterolgehalte dus op deze manier al met twintig procent.
Niet meer zoveel verzadigd vet gebruiken is niet echt gecompliceerd, het is in veel gevallen wel even wennen voor veel mensen. Er zijn namelijk voldoende gezonde producten te verkrijgen in de winkels die zowel lekker als gezond zijn. Door producten te kiezen met zo min mogelijk verzadigde vetten en slechts een geringe hoeveelheid calorieën. Producten met voornamelijk verzadigd vet kan men vervangen door onder andere: magere of halfvolle zuivel, olie en vloeibare producten om mee te bakken en te braden.
Verder kiest voor meer in een dergelijk geval vaker voor rijst, pasta, brood, peulvruchten, aardappelen, groenten en fruit. Dan krijgt men minder verzadigd vet en meer onverteerbare vezels binnen. Men dient er overigens wel goed op te letten wat de etiketten op de verpakkingen aangeven. Een etiket vermeldt dikwijls het totaal aantal calorieën. In sommige gevallen is dat per honderd gram van het betreffende product en soms ook per portie. Een ezelsbruggetje om te kunnen onthouden welk vet goed is en welk niet: onverzadigd vet is Oke en verzadigd vet is Verkeerd.
Meer lichaamsbeweging verhoogt het gehalte van het gunstige HDL-cholesterol in het bloed. Dit wil zeggen dat men iedere dag zich tenminste een half uur in dient te spannen. Een verhoogde hartslag en de nodige druppeltjes zweet zijn zaken die hier bij zullen horen.
Op het moment dat al deze aanpassingen van zowel de voeding als het bewegingspatroon na zo’n drie maanden geen, of niet voldoende, effect hebben dan zijn zogeheten cholesterolverlagende medicijnen wellicht noodzakelijk, dit kan een arts bepalen.