Om* bij de baarmoeder te kunnen komen moeten verschillende in de buik losgesneden worden. Als de lange buikspieren opzijgeschoven worden kan de buikholte geopend worden. De blaas bedekt een gedeelte van de baarmoeder. Ook dit gedeelte wordt losgemaakt. Daarna wordt de baarmoeder geopend om het kindje eruit te halen. Alles wat opengemaakt en losgesneden moet worden, moet ook weer worden gehecht. Ook al lijkt een keizersnede slechts een kwestie van een sneetje, dit is dus niet zo. In werkelijkheid zijn er heel wat meer hechtingen nodig om de buik te herstellen.
Voor de inwendige hechtingen worden zelf oplossende hechtingen gebruikt. Als de hechtingen zijn opgelost blijven littekens achter. Het herstellen van de wonden kan lang duren. De meeste vrouwen hebben nog maanden, soms zelfs wel een jaar last of pijn aan de inwendige wonden. De hechtingen aan de buitenzijde van de buik zijn niet oplosbaar, deze worden meestal na een week verwijdert. Bij veel vrouwen komt in het begin nog wondvocht uit het litteken. Een goede verzorging is belangrijk om infectie van het litteken te voorkomen. Sproei het litteken schoon met een zachte straal water in de douche, gebruik geen zeep, alleen helder water. Dep het litteken voorzichtig droog. Wrijven doet niet alleen pijn, je kunt de wond ook open wrijven. Het risico bij een litteken, dus ook bij de littekens van de keizersnede is de ontwikkeling van littekenweefsel. Soms is het nodig dit te verwijderen bij een nieuwe ingreep. Littekenweefsel kan bij het oppervlakkige litteken en bij de inwendige littekens van de keizersnede ontstaan.