Veel* redenen voor een keizersnede worden al voor de bevalling geconstateerd tijdens onderzoeken. Deze redenen kunnen bijvoorbeeld een stuitligging of dwarsligging van de baby zijn. Voor tot de keizersnede wordt overgegaan wordt meestal eerst nog geprobeerd om het kindje te draaien. Als de moeder gezond is en de kindjes gezond zijn mag een tweeling vaak wel op een natuurlijke manier geboren worden. Hier bestaat echter de mogelijkheid dat het eerste kindje al goed ligt en het tweede kindje niet. In de meeste gevallen draait het twee kindje nog of kan het gedraaid worden. Lukt dit niet dan kan het zijn dat de eerste baby natuurlijk wordt gebracht en de tweede via de keizersnede. Bij zwangerschappen met meer baby’s wordt in de meeste gevallen de keizersnede *gepland.
Ook* tijdens de bevalling kunnen er problemen ontstaan. Een keizersnede komt hier voor de moeder altijd onverwachts en kan beangstigend zijn. Vaak worden deze keizersneden dan ook onder narcose uitgevoerd. Vlak voor de bevalling kan de narcose geen kwaad voor de baby en voor de moeder is het beter. Een keizersnede tijdens een natuurlijke bevalling is nodig als de moeder, het kindje of de moeder en het kindje in gevaar komen. Maar ook als blijkt dat de moeder de baby niet zelf kan brengen. Reden hiervoor kan een te smalle bekken zijn of bijvoorbeeld uitputting van de moeder.