Krentenbaard is een vorm van uitslag op de huid die meestal in het gelaat of de hals begint, maar op elke plaats op het lichaam op kan treden, van de behaarde hoofdhuid tot aan de voetzolen. De bultjes die aanvankelijk ontstaan zullen snel veranderen in blaasjes, die kapot gaan en waaruit vervolgens tamelijk veel vocht zal gaan vloeien dat zal stollen tot transparante honinggele *korstjes.
Er* kunnen soms ook blaren met daarin een helder vocht optreden (impetigo bullosa). Op een dikke opperhuid (zoals onder andere op de voetzolen en de handpalmen) kunnen dit flinke blaren zijn, die zich eenvoudig door druk uit kunnen breiden. De blaren doorprikken en vervolgens het blaardak verwijderen zal deze blaaruitbreiding een halt *toeroepen.
Sommige* stammen Staphylococcus aureus bezitten exfoliatieve toxines. De types ET-A en ET-B blijken desmogleïne af te kunnen breken, wat een onderdeel is van het desmosoom wat de opperhuidcellen aaneen verbindt. Dit heeft de vorming van blaren tot gevolg, die in bepaalde gevallen bij krentenbaard optreedt (impetigo bullosa). Zodra de toxines zich verspreiden kan de vorming van blaren optreden op plaatsen waar geen ontsteking of bacteriënn aanwezig zijn.
Door aan krentenbaard te krabben en te peuteren krijgt men de bacteriën aan de vingers en kan dan eenvoudig zowel zichzelf op andere locaties op het lichaam maar ook andere mensen besmetten. De besmetting vindt plaats door een rechtstreeks contact. Door een directe aanraking of door bijvoorbeeld gebruiksvoorwerpen of speelgoed raken eveneens anderen besmet met krentenbaard. Dit kan eveneens via kleding of handdoeken gebeuren. Een goede hygiëne is een uitstekende manier om verspreiding van de infectie te kunnen voorkomen, goed de handen wassen wordt dan ook aangeraden. Zolang de blaasjes vocht af blijven scheiden zal de patiënt besmettelijk blijven voor andere personen.