Bij patiënten waarbij de weerstand sterk is verminderd kan de longontsteking een opportune infectie inhouden. Dit wil zeggen dat de betrokken ziektewekker een micro-organisme betreft dat normaal gesproken niet tot ziek zijn aanleiding geeft, maar op dit ogenblik wel toe kan slaan. Een voorbeeld hiervan is de pneumocystis carinii als verwekker van de longontsteking bij patiënten die lijden aan aids.
De primaire afwijkingen in de longen of in de luchtwegen kunnen voorafgaan aan een longontsteking: er is dan sprake van een secundaire longontsteking. Een aantal voorbeelden daarvan zijn: een ophoping van slijm in de luchtwegen bij patienten welke niet goed doorademen of ophoesten door onder andere bedlegerigheid of pijn na het hebben ondergaan van een operatieve ingreep. Maar ook aangetast slijmvlies van de luchtwegen door virussen of door de inwerking van chemische of fysische irritantia evenals een vernauwing van de luchtwegen door onder andere de groei van een tumor, een longembolie, door COPD/astma of door het inademen van een vreemd object maar eveneens door een stuwing in de longvaten ten gevolge van hartfalen.
De behandeling die men van een arts krijgt is afhankelijk van het feit of men te maken heeft met een primaire- of een secundaire longontsteking op heeft gelopen. Maar eveneens van het soort verwekker dat verantwoordelijk is voor de ziekte.