De* menopauze treedt vaak op tussen de 48 en de 51 jaar, op het moment dat de eierstokken geen oestrogenen meer afscheiden, waardoor de menstruatie stopt en de vrouw niet langer vruchtbaar is. De directe symptomen (die erg sterk uiteenlopen van vrouw tot vrouw) zijn: opvliegingen, overmatig nachtelijk transpireren, slapeloosheid, concentratie- en geheugenstoornissen en vaginale droogheid welke pijn en irritatie tot gevolg kan hebben tijdens het hebben van gemeenschap, en eveneens het risico op infecties kan vergroten.
Doordat er minder van het vrouwelijk hormoon oestrogeen aan wordt gemaakt kunnen er klachten optreden. De ernst van de symptomen hangt af van de snelheid van deze oestrogeendaling.
Zwaarlijvige vrouwen hebben door hun vetweefsel minder last van de menopauze . Niet enkel de eierstokken maken namelijk hormonen aan, er wordt eveneens een soort oestrogenen aangemaakt in het vetweefsel door de bijnieren; deze soort oestrogenen zijn minder goed als die van de eierstokken maar hun hoeveelheid neemt met de jaren toe en met de hoeveelheid vetweefsel.
Omdat de gemiddelde levensduur stijgt zal een vrouw van tegenwoordig een derde van haar leven doorbrengen in de postmenopauze. In België is ongeveer een derde van de vrouwen in de postmenopauze, wat op 1,6 miljoen vrouwen neerkomt. En 1,2 miljoen vrouwen hebben daarbij last van één of meerdere klachten. Toch raadpleegt maar een kwart van hen in de menopauze een arts.
Veel vrouwen brengen bijvoorbeeld deze klachten niet in verband met de menopauze maar ook een helboel van hen denken dat er geen efficiënte behandeling voor bestaat of er is eveneens een bepaalde angst voor de medicatie en/of de *hormonenkuur.
.*